Groen, want je werkt veel buiten. Grond, want je zorgt er bijvoorbeeld voor dat landbouwgrond klaargemaakt wordt om aardappels te poten. En infra, omdat je aan de slag kunt in de grond-, weg- en waterbouw. Je zorgt ervoor dat de machines waarmee je werkt, goed onderhouden zijn. Soms voer je kleine reparaties uit. Je vindt het leuk om buiten met machines te werken. Ook houd je van afwisselend werk.